Columns

Guido: writer's block

Tien jaar was ik. Mijn vader had een oude Remington schrijfmachine. Een loodzwaar geval in ernstige kantoorkleuren -grijs en groen- en met een roodzwart lint. En ik mocht die gebruiken!

Voor de jongere mensen: het was geen computer, eerder een soort erg trage printer, die letter per letter een tekst liet tevoorschijn komen op een wit blad papier. Traag en lawaaierig. Foutjes werden toegedekt met een witte vloeistof, waarna je de juiste letter opnieuw moest tikken. Deed je dat te vroeg dan werd het een kliederboel.

De machine van mijn papa had bovendien ook nog eens een bijkomend probleem. De 'wagen' versprong soms. Ik moest hem vasthouden met mijn rechterhand, om er zeker van te zijn dat er geen ongewilde spaties in mijn tekstjes stonden. De wagen is het bewegende deel van een schrijfmachine dat van rechts naar links gaat. Hij zorgde ervoor dat er altijd opnieuw een blanco ruimte is waar je een nieuwe letter kan typen.

Op het einde van een regel ging er een belletje en mocht je met een machtige zwaai van de hendel, die hele, zware rol weer naar rechts duwen. Volgende lijn! Als je twee pagina's tegelijk wou 'afdrukken' kon dat, daar gebruikte je carbonpapier voor.

Waarom vertel ik dit? Omdat vroeg ingeslepen gewoontes je blijven achtervolgen. Ik was onlangs op een cursus 'creative writing'. En na een dag was ik al helemaal de 'running gag' van die groep. Waarom? Omdat ik zoveel lawaai maak als ik typ. Ik was me daar niet van bewust.

Ik schijn als een bezeten op toetsjes te hameren, die dat helemaal niet nodig hebben. Er moeten geen hamertjes meer bewegen, er moet geen krachtige afdruk achtergelaten worden. Toch blijven die gewoontes mij achtervolgen.

Ik doe dat bovendien met slechts een hand. Twee tot drie vingers gebruik ik links, en slechts eentje rechts… Zover ben ik ondertussen al geraakt. Die rechterhand hangt er echt totaal nutteloos bij. Ik zou er mijn scherm mee kunnen vasthouden, maar dat lijkt echt stom, dus zweeft het nu en dan wat over het toetsenbord. Hangt het toevallig boven de juiste toets, dan mag het meespelen. Nodeloos om te vermelden dat ik ook niet blind kan typen. Ik kijk naar de toetsen.

En ondertussen beuk ik er op los. Daar was ik me niet echt van bewust, omdat ik zelden of nooit schrijf waar mensen bij zitten. Het is een eenzaam beroep. Maar nu moesten we oefeningen doen.

Ik was erg enthousiast. Telkens als we een oefening kregen, klapte ik mijn Macbook open en begon driftig te hameren. Na een paar uur werd dat dus keer op keer gevolgd door gegniffel en gelach.

Ik keek verwonderd op en zag iedereen grijnzen. 'Je gaat wel hard te keer, hè!'. Blijkbaar maakte het erg veel lawaai. En nu zit ik dus met een andere vorm van 'writer's block'.

Elke keer als ik begin te typen ben ik me pijnlijk hard bewust van mijn luide aanslag, en hou ik me in. Daardoor krijgt het hele proces iets aarzelend, de vaart verdwijnt. Mijn gedachten komen in een soort kettingbotsing terecht, en het gevolg is algehele passiviteit, en uitstelgedrag.

Ik zal eens op zoek gaan documentaires over schrijvers en hoe ze hun creatieve crisissen oplossen. Schrijven is voor morgen.

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: hondenleven

Vroeger had ik een Weimaraner pup. Ik werkte toen bij een reclamebureau. Aangezien ik er baasje speelde, besliste ik dat we een bedrijfshond nodig hadden. Spike mocht mee.

Guido: vroeg slapen

"Ik zou graag nog eens vroeg gaan slapen." Mijn lief sprak de magische woorden uit. Niet terwijl we lamlendig voor tv lagen. Neen, het was midden in de dag. 

Guido: 't is niet moeilijk

Terrasjesweer. Heerlijk genieten met een drankje. Als je ’t tenminste krijgt. Heb je ook zo’n hekel aan dat eerste kwartier waarbij je probeert de aandacht te trekken van het personeel?