Toen Liesbeth (40) ontslagen werd, vond ze het aanvankelijk een zegen. Ze legt uit: “Ik was niet gelukkig bij mijn werkgever en toen mijn ontslag viel, zag ik een grote droom in vervulling gaan. Een fietsvakantie van twee maanden naar Nieuw-Zeeland… Die reis was dan ook het enige positieve. Ik merkte al snel hoe vreselijk het was om werkloos te zijn. Ik voelde me schuldig en kon me nooit echt ontspannen. Ik dacht voortdurend: ik moet werk zoeken. Zelfs als ik op vakantie was. Bovendien duikelden mijn financiën naar beneden. Ik moest me aan een heel strikt budgettair dieet houden dat absoluut niet te rijmen viel met een sociaal leven. En dan spreek ik alleen nog maar over iets gaan drinken of een filmpje meepikken.”
Vakantiegevoel
Hetzelfde bij Steven (39) en Hannah (37) die in tegenstelling tot Liesbeth zelf hun ontslag gaven. Steven: “Eerst voelde ik opluchting omdat ik eindelijk de beslissing had genomen weg te gaan bij mijn werkgever. De werkomstandigheden en sfeer waren er niet goed. Maar nu zat ik wel zonder werk, zonder doel, zonder toekomst. Ik voelde me heel erg klein, een mislukking en twijfelde aan mijn kunnen. En dat was alleen nog maar mijn perceptie. Ik kan de keren niet meer tellen dat mensen uit mijn omgeving me sceptisch vroegen: “Was je vorige job dan zo erg?” om er naadloos op te laten volgen: “En wat ga je nu doen?”.
Hannah verwoordt het als volgt: “De eerste maand was wennen, de tweede maand was leuk -ik had het gevoel alsof ik met vakantie was- en daarna werd ik het beu. Er waren twee dingen waar ik het moeilijk mee had. Ten eerste voelde ik me een leegloper. Ook al deed ik zeker niet niks en had ik mijn bezigheden (zoals een kinderboek schrijven), toch was het moeilijk om me geen profiteur te voelen van het systeem. Ten tweede miste ik het sociale contact met collega’s enorm. Zulke oppervlakkige, maar leuke contacten zijn niet te onderschatten.”
Houvast
Wat maakt werkloos zijn draaglijker? Liesbeth, Steven en Hannah vertellen wat hen heeft geholpen .
- Vrijwilligerswerk. Hannah: “Ik kookte één dag in de week voor de medewerkers van een cultureel centrum. Dit gaf me een gevoel van arbeidstrots en ik deed ervaring op in iets wat ik graag deed. En ook belangrijk: vrijwilligers worden heel erg geapprecieerd, in tegenstelling tot werklozen.”
- Sport. Hannah: “Ieder mens is anders, maar ik had veel baat bij geregeld sporten. Ik heb me ingeschreven bij een fitness. Dit zorgde ervoor dat ik even het huis uit was, andere mensen zag, én ook nog eens een strak lichaam kreeg. Oké, dat laatste is niet waar, maar ik was wel gezond bezig.”
- Interimwerk. Steven: “Ik ben me gaan inschrijven bij een heleboel uitzendkantoren. Dat hield me bezig. Gesprekken, testen... Ik heb zo een paar korte opdrachten gekregen en die hebben me er weer bovenop geholpen. Het feit dat ik me prima redde in een nieuwe omgeving met nieuwe collega's gaf me moed. In de zin van: misschien lag het toch niet aan mij? Want daar was ik intussen van overtuigd geraakt. Bovendien waren die werkgevers lovend over mijn werk, wat m'n zelfvertrouwen een boost gaf. Dit alles hielp wanneer ik solliciteerde naar een vaste job. Mijn advies: schrijf je in bij zoveel mogelijk interimkantoren en pak de opdrachten aan, ook al lijken ze je minder interessant.”
- Structuur. Liesbeth: “Ik probeerde mezelf structuur op te leggen, maar dat vroeg wel zeer veel zelfmotivatie, vooral omdat ik in mijn eentje thuis zat. Ik hield me elke weekdag aan de kantooruren en deelde mijn tijd op in werk zoeken en creatief bezig zijn. ‘k Probeerde bijvoorbeeld een script te schrijven voor een animatiefilm.”
- Opleiding. Liesbeth: “Mijn werkgever had me ontslagen omdat hij een webdesigner wou die ook kon programmeren. Ik had die technische achtergrond niet. Nu ik toch werkloos was, dacht ik: waarom volg ik geen opleiding? ‘k Heb toen bij VDAB een cursus PHP gedaan. Het was een voltijdse opleiding van 7 maanden, met 6 weken stage. In het begin hoorde ik het echt in Keulen donderen tijdens de les. Maar ik heb mijn diploma behaald.”
- Vrienden. Liesbeth: “Ik zocht bewust elke avond gezelschap op. ‘k Had het geluk dat ik drie vrienden had die in hetzelfde schuitje zaten. We werden met dezelfde problemen geconfronteerd en konden bij elkaar terecht. We hebben in die periode heel veel plezier en muziek (djembé) gemaakt. Nu nog, maar toen was dat toch net anders.”
Het verhaal van Liesbeth, Steven en Hannah heeft een happy end: ze vonden alle drie een nieuwe, leuke job. Liesbeth was 2 jaar werkloos, Steven 5 maanden en Hannah 7,5 maand.