Welzijn

Opstaan!

Vind jij het ook zo moeilijk om tijdens de winter fris en fruitig uit je bed te rollen? Je bent niet alleen. De duisternis en koude verleiden de meest overtuigde ochtendmens tot eindeloos snoozen. Tess, Piet, Esmée en Sjimmie getuigen over hun dagelijkse strijd. 

opstaan
©Shutterstock

Abonneer je op de nieuwsbrief

Tess (34): “Wat me recht houdt, is het elektrische vuurtje in de badkamer.”

“Met een dochter van vijf die elke ochtend, zomer en winter, voor dag en dauw uit bed springt, is er bij ons geen sprake van snoozen. 

Vaak komt Soeki voor de wekker een eerste keer afgaat al even bij ons liggen. Nu ja, ‘liggen’... Binnen de kortste keren heeft ze zes yoga-oefeningen achter de rug en drie moppen verteld (waar ze vooral zelf hard om moet lachen). 

Ondanks het feit dat ik altijd vroeg wakker ben, vind ik het in de winter veel moeilijker om op te staan. Wat me recht houdt, is het elektrische vuurtje in de badkamer. De wetenschap dat ik drie seconden nadat ik uit mijn bed kom in die hete luchtstroom kan gaan staan, is mijn redding. 

Dus elke morgen spurt ik naar de badkamer, zet ik het vuurtje aan en ben ik daar de eerste minuten niet van weg te slaan. Tegen dat ik klaar ben, heb ik het zo warm dat ik blij ben dat ik de warme badkamer kan verlaten en begin ik aan mijn dag.”

Piet (39): “Ik word elke dag tussen vijf en zes wakker, wat ik ook doe.”

“Ik vind het helemaal niet moeilijk om vroeg uit bed te rollen, maar ik zou mezelf dan bezwaarlijk als ‘fris en fruitig’ omschrijven.

Ik heb ongeveer tien jaar gependeld tussen de Kempen en Brussel. Mijn wekker maakte me elke dag om zes uur wakker. Vraag me niet hoe het komt, maar mijn biologische wekker heeft dit overgenomen. Wat ik ook doe, ik word elke dag tussen vijf en zes wakker. Werkdag, weekend, vakantie… Het maakt niet uit.

Helaas betekent dit niet dat ik uitgeslapen ben. Want ik ga niet graag vroeg naar bed. 

Omdat ik de uitknop van mijn biologische wekker nog altijd niet gevonden heb, probeer ik ‘s ochtends bewust nog wat te snoozen. In een poging om wat slaap in te halen tot de echte wekker afgaat.”

Esmée (52): “Opstaan was, is en zal mijn verdere leven een strijd blijven.”

“Zomer, herfst, winter of lente, het maakt eigenlijk geen verschil. Opstaan was, is en zal mijn verdere leven een strijd blijven. 

Al in de lagere school verscheen ik steevast op het laatste nippertje op school. En in de humaniora kwam ik regelmatig te laat. Ondanks het feit dat ik drie wekkers in mijn kamer had staan. <lacht>

Zulke scenario's zijn gelukkig verleden tijd. Ik slaag er doorgaans in om voor onze eerste dagelijkse meeting om 9.15 uur op kantoor te zijn. Maar echt mens word ik pas in de loop van de voormiddag. Natuurlijk helpt het niet dat ik meestal na middernacht in bed lig.

Hopelijk bestaat er later een verzorgingstehuis waar je niet om zeven uur wordt gewekt. Ik mag er niet aan denken!”

Sjimmie (45): “Mijn wekker ligt ver weg, zodat ik wel moet opstaan als het alarm gaat.”

“'s Avonds lijkt het allemaal zo simpel. Dan heb ik een uitgebreide ochtendroutine in mijn hoofd. Tot de wekker gaat. 

Die duw ik doorgaans niet één keer, maar verschillende keren af. 'Kom, nog eventjes', 'Op die vijf minuten komt het nu ook niet meer aan'. Uiteindelijk sta ik een half uur te laat op, moet ik me haasten, stoot ik van alles om, vertrek ik zonder sleutels en mis ik de trein. Grrrr!

Tegenwoordig leg ik mijn wekker ver van mijn bed, zodat ik er wel uit moet als het alarm gaat. Die eerste stap is vaak de moeilijkste. Vanaf dan gaat het alleen maar beter.

Mijn wekker is toevallig ook mijn telefoon. Door hem ver genoeg te leggen kom ik ook niet in de verleiding om 'snel even de krant te checken' en eerst nog een halfuur al scrollend te blijven liggen.”

Ook interessant

Luieren loont

Dagdromen, een warm bad nemen, naar Nonkels kijken… Volgens neuropsychiater Theo Compernolle is het belangrijk om je denkend brein geregeld rust te gunnen. 

Adem!

Ademen is hip. Op internet vind je duizelingwekkend veel ademhalingsoefeningen en apps. Meditatiebegeleidster Lien: "Mijn moeder van 86 vond het onzin. Nu is zelfs zij overtuigd.”

Help, paniekaanval!

Je moet een presentatie geven en plots voel je het. Paniek. Je hebt het benauwd, begint te zweten en het wordt zwart voor je ogen. Je wil vluchten, maar kan niet weg.