Je hebt gezocht op

Tip 2: stel de juiste openingsvraag Vaak starten we een gesprek met de vraag 'Hoe gaat het?'. Maar door de ziekte van je werknemer, kan die vraag plots ongepast klinken. Als je opent met 'Hoe gaat het vandaag?' of 'Hoe gaat het, gezien de omstandigheden?' ontmijn je dit ongemak.

Vraag bijvoorbeeld om hulp als je ergens over twijfelt of vraag sneller naar hun mening. 2. Hou vast aan ochtendoverleg Als je op kantoor werkt, hoor je vanzelf waar anderen mee bezig zijn of waar ze tegenaan lopen.

Met deze maatregel hoopt de regering het carpoolen te stimuleren.​ 2. Milieuvriendelijker Door te carpoolen vermindert het aantal auto’s op de weg. En daarmee ook de uitstoot van CO₂ en andere schadelijke gassen. Minder auto’s betekent ook minder files.

Tip 2: spreek je lezer aan Dat is beleefd én het maakt je boodschap persoonlijker. Is je mail gericht aan één persoon? Gebruik dan de naam van de geadresseerde. Bijvoorbeeld: 'Dag Cindy'. Schrijf je een groep mensen aan of ken je de naam van je lezer niet?

Doe de gratis test op 123test.com . 2. Maak je profiel bekend bij werkgevers Maak een cv aan met onze wizard en publiceer het in de cv-databank. Op die manier kunnen werkgevers die je profiel interessant vinden, je contacteren. 3.

Zo vermijd je dat er een spervuur aan vragen komt waarmee je de sollicitant murw slaat.   2. Laat de kandidaat niet wachten Begin op tijd aan het gesprek. Anders maak je meteen een slechte indruk. 3. Zorg voor een ontspannen sfeer Een sollicitant is vaak erg zenuwachtig.

U hoort mij al komen, ik probeer de 2 fenomenen met elkaar te verbinden. Zijn we niet een heel klein beetje aan het doordraaien met het verheerlijken van dat doel waardoor we ongelukkig worden en nood hebben aan psychologische begeleiding?  Moeten we het niet wat minder ver zoeken?  

Ik woon samen met Britten en heb buiten 2 Belgische wandelvriendinnen, eigenlijk niet veel contact met andere Belgen. Ik geniet van België als ik daar ben, maar ik denk niet zo vaak aan België als ik hier ben. Helemaal zoals het moet zijn!”

Nadien kan je overschakelen op een volgende gewoonte. 2. Schrijf je plan neer Heb je besloten om een gewoonte te veranderen, zet dit dan op papier. Hiermee bereik je twee dingen: ten eerste dwingt het je om duidelijk te definiëren wat je wil veranderen.

Iemand kijkt weg, neemt een slokje of zegt iets als ‘Dus ja…’  Stap 2 : vat samen wat je gesprekspartner heeft gezegd, bijvoorbeeld ‘Dus het is pittiger dan je had verwacht, als ik je zo hoor’. Stap 3 : vertel wat je gaat doen, bijvoorbeeld ‘Ik ga nu nog wat verder werken aan mijn project’.