Columns

Guido: chillen

Slungelig komt hij aangesjokt. Verfrommeld studieboek en een drankje in de hand.

Derde T-shirt van de dag en altijd dezelfde nonchalante graaibeweging door het haar, dat er bestudeerd nonchalant bij moet liggen.

'Ik ga wat buiten studeren'. Het is een van de heetste dagen van het jaar. Vogels vallen uit de boom van de warmte, wie enigszins kan, zoekt verkoeling op. Maar deze puber gaat toch maar even chemie studeren terwijl hij aan zijn teint werkt.

Ik heb het al lang op gegeven om pubers iets uit het hoofd te praten, dat lukt toch niet. Maar ik blijf wel met geamuseerde belangstelling volgen wat er gebeurt. Ongeveer om de tien minuten moet er een ander plekje opgezocht worden. Van de ene tuinzetel naar de andere terrasstoel. Zittend, half liggend, zuchtend en zwetend. Ik herinner mij uit mijn studententijd dat ik rekende op een tempo van vijf bladzijden per uur, in de strikte afzondering van mijn studentenkot. Een uur later heeft het joch elk hoekje van de tuin en het terras bestreken, en zijn er wat nonchalante pagina's omgedraaid. Tussendoor heeft hij ook even de met de hond gespeeld.

Dan komt het eruit. 'Bon, nu ga ik efkes chillen'.  Hij verdwijnt in huis, grijpt naar de smartphone, ongetwijfeld om even de voortgang te bespreken met de andere studiemirakels. 

'Chillen'. Terwijl eigenlijk alles wat hij tot dan toe deed, toch ook verdacht veel leek op niks doen. Maar 't zal wel aan mij liggen.

Elke generatie heeft zo zijn uitdrukking voor het uitstelgedrag, het lanterfanten, dat ieder van ons kent en herkent. Pauze nemen is voorbijgestreefd. Chillen daarentegen, ho maar! De kids chillen tegenwoordig met ne capri. Vrij vertaald, pubers blazen uit van het harde werk met een zakje fruitsap.

Een vriend van mij, uit de reclame, heeft een ander begrip ontwikkeld voor hetzelfde proces. Hij noemt het actief wachten. Onder die noemer kan heel veel. Wachten op inspiratie, wachten op het juiste moment om aan iets te beginnen, wachten omdat je er nog geen zin in hebt, het maakt niet uit. Het beeld van een jachtluipaard dringt zich op. Schijnbaar slapend, maar o wee als de nietsvermoedende prooi in de buurt komt, dan staan alle spieren gespannen en springt het beest trefzeker in actie.

Ik vind dat 'actief wachten' van een quasi onbeschrijfelijke mooiheid. En ik heb meteen het concept tot het mijne gemaakt. De staat van actief wachten is waarschijnlijk diegene waarin ik mij het meest bevind, gedurende de dag. U mag dat nooit verwarren met nietsdoen, of lui zijn. Dan kijkt u verkeerd!

Zo zie je maar, iedere generatie heeft wel ergens last van. 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: Tour de France

Het is koers. Heerlijk. Niet omdat ik zwijmel van bewondering voor de sportieve prestaties en ploegtactieken. Verre van. Het is gewoon een fantastisch alibi om te zondigen. 

Guido: oud

Ik stapte de tram op, goedgemutst, en ook een beetje overtuigd dat ik er redelijk goed uitzag. Een klein meisje stond op en bood haar plaats aan. Pijnlijk.

Guido: jongeren

Ik ben opgegroeid met een eenvoudig besef: je moet het doen met de kaarten die je hebt.

Guido: netwerken

Netwerken. Ik hoor het je al denken: "Bah, oppervlakkig geneuzel en het cultiveren van het ons-kent-ons-gevoel!"

Guido: grijs

Grijs, vlak, zonder reliëf. Monotoon, in de meest letterlijke betekenis van het woord. De hemel boven Berchem. Al maanden. Als het niet regent of miezert is het mistig.

Guido: collega's

Als mensen zeggen dat ze hun collega's missen, frons ik mijn wenkbrauwen. Waarom heb je collega's nodig?