Dit artikel is ouder dan een jaar. Sommige info is misschien verouderd.
Columns

Guido: Toffe peer

Hij was mij al opgevallen, de eerste dag dat ik lesgaf. Stil, iets ouder -maar ik ben slecht in het schatten van leeftijden- en aandachtig. Voor de rest viel hij niet uit de toon. De dresscode bij jonge hogeschoolstudenten is nogal breed, afhangende jeans en lelijke sneakers brengen je een heel eind. Een combinatie van een sweater met een t-shirt maakt het af. De aandacht en de ernst verraadden hem, dat weI, in een groep van gemiddeld twintigjarigen is dat namelijk een uitzondering. Voer voor een ander stukje, dat onvermogen tot concentratie.

Vorig jaar zat er zo ook eentje in de klas. Toen was het een meisje, een vrouw eigenlijk. Want ze had al een kind, en je zag aan alles dat ze niet van plan was om tijd te verspillen. Efficiënt, hardwerkend, en een stuk rijper dan de rest. Ontregelend ook, voor mij dan. Het humorgevoel van 20-jarigen ligt op een heel ander niveau dan dat van 30-jarigen. Niet alleen het humorgevoel, ook de manier van assimileren en begrijpen.

En dan komen we bij mij terug. Echt volwassen kun je mij nog steeds niet noemen. Dat uit zich in gulzigheid, mateloosheid, en ook in dat ene, kleine, immature trekje. Als ik voor een klas sta, wil ik dat iedereen enthousiast is, en mij respecteert voor mijn alles overstijgende expertise, en liefst van al zou ik ook nog willen dat ze mij allemaal een toffe peer vinden ook. Streng maar rechtvaardig, of nonchalant maar briljant. Zoiets. Dat lukt natuurlijk niet.

En het wordt helemaal moeilijk gemaakt als je zo'n element in je klas zitten hebt. De grapjes en kwinkslagen die een hele klas aan 't lachen brengen, maar die ene ingetogene niet, dat brengt mij op het verkeerde been. Als je dan ernstiger begint, om hem/haar in het geheel te betrekken zie je de aandacht  van de rest van de groep wegdeemsteren. Kiezen voor niveau of voor massa. Het is bijna een metafoor voor mijn leven. Een keuze die niet gemaakt kan worden. Toch niet door mij.

En dan geef ik examen, en dan zie je dat die ene kerel niet alleen een pak ouder is, maar over een grote dosis humor beschikt en er zelfs in slaagt om die humor in het examen in te brengen. Dan zie je dat dat meisje hyperprofessioneel en gedreven is. En dan wordt alles gewoon duidelijk. Je moet die mensen niet meer coachen, die doen dat zelf wel, en die andere, die hebben nog minstens tien jaar tijd om op dat zelfde niveau te geraken. En sommigen zitten daar zelfs nu al, afgaand op hun examenprestatie.

Kwaliteit, daar moet je voor gaan, en dat moet je kunnen laten rijpen. Met geduld, omkadering en veel vertrouwen, en dan komt alles goed.

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: digitale nomade

"Ik vind zakenreizen ontzettend leuk. De treurnis van avonden op slecht verlichte hotelkamers, al ploeterend een presentatie maken, en vloeken op veel te duur en traag internet. Het hoort er allemaal bij."

Guido: middagdutje

"'Jij werkt veel van thuis, hè?' Probeer eens elke middag een 'powernapke' te doen.' Het was het advies van mijn gezondheidscoach, De Jef. Ik weet dat ik me in het verleden laatdunkend uitliet over allerhande coaches, maar Jef is anders."

Guido: despoten

"Je komt ze overal tegen. Maar godzijdank niet heel de tijd. Anders zou het leven ondraaglijk worden. Waarover ik het heb? Over mensen die genieten van hun macht en zich beter voelen dan de rest."

Guido: joch

"Tijdens de infodag op mijn hogeschool keek het joch schaapachtig en onzeker naar zijn moeder. De mama glimlachte en zei: "Ja, ik denk wel dat hij aanleg heeft voor informatica, hij zit toch veel achter de computer.""

Guido: vijftigplussers

"Soms voer ik een gesprek met een headhunter. Dan informeert een vrolijk meisje of een ambitieuze jongeman met veel te lange schoenen naar mijn zwakke en sterke punten. Vreselijk!"

Guido: dauwtrappers

"Ik kan het niet meer. Het is op, voorbij, gedaan. Het zal wel met de leeftijd te maken hebben. Voor u verkeerde conclusies trekt: het lukt me niet meer om ’s nachts te werken. Ik doe het nu 's morgens vroeg."