Columns

Guido: collega's

Je hoort de laatste twee jaar veel mensen zeggen dat ze hun collega's missen. Ik frons dan altijd even mijn wenkbrauwen. Collega's? Heb je die nodig? En wat zijn collega's eigenlijk?

Ik ben copywriter, wat op zich best een eenzaam beroep is. Ik heb niet meteen collega copywriters. En ik heb ze ook niet meteen nodig. Zij aan zij in de copywriters-fabriek. Ik zou er alleen maar ongelukkig van worden. Immens jaloers op hun talent en vermogen om betere vondsten uit de inktkoker te schudden. Een beetje afkijken en 's avonds de schoofzak op de rug en naar huis, bitter en gefrustreerd. Dat kan het niet zijn.

Ik heb wel veel vakbroeders waarmee ik lach, plezier maak en taalspelletjes speel op sociale media. Dat, of ons ergeren aan weer maar eens een onzinnige deadline of een onmogelijke opdracht. Maar altijd van de goede luim. We weten dat iedereen zijn eigen kruis te dragen heeft, verder dan dat gaat de collegialiteit meestal niet. Omdat we ook een beetje concurrent zijn van elkaar.  

Ik geef ook les, misschien vind ik ze daar, die collega's? Op zich is lesgeven ook een eenzame bezigheid. Je staat alleen voor een klas, je geeft college, je probeert jonge mensen tot inzichten te krijgen die je zelf met scha en schande hebt verworven. Je merkt dat er niet zo heel veel van blijft hangen, stelt jezelf en je methodes in vraag, en blijft zoeken naar betere manieren. Je hebt collega's, fijne mensen, absoluut. Het blijven wel mensen die in hun vakgebied dezelfde problemen hebben.

We hebben dezelfde broodheer, we werken in hetzelfde gebouw, we hebben zelfs dezelfde 'lijdende voorwerpen', maar maakt ons dat tot collega's? We kletsen aan de koffiemachine (toen dat nog kon), we tonen belangstelling in kinderen en gezinnen en informeren na elke schoolvakantie ook even naar de mogelijke reisavonturen. Vriendelijk en onderhoudend over niet al te controversiële onderwerpen. 

Ik zal de laatste zijn om 'small talk' te versmaden of daar neerbuigend over te doen, maar het voegt niet meteen veel toe aan je relatie met iemand op het werk. Wat mij interesseert zijn betekenisvolle discussies over wat dan ook, waarbij je het zelfs niet eens hoeft te zijn. Dat geeft diepte en reliëf. Ik heb onlangs een gesprek gehad dat in een podcast werd opgenomen. 

Ik kwam daar tot de vaststelling dat ik graag alleen ben, en dat ik vooral kracht en energie put uit mooi opgebouwde gesprekken en discussies, waarbij het mij fascineert hoe het denkproces werkt. En ja, ik doe dat op café. Met een van mijn beste maten. Hij is toevallig ook een collega.

Als je er niet mee op café kan gaan is het geen goede collega? Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat je op café geen maskers hoeft te dragen. 't Is op een vreemde manier een soort beschermde omgeving. Waar alles 'off the record' blijft en vertrouwen heilig is. Misschien is het wel dat. Weten dat je je hart kan luchten, je twijfels kan tonen en oprecht om advies kan vragen. Je hoeft het meestal zelfs niet te krijgen. Alleen al er over babbelen kan opluchten. 

Hoe ik het ook draai of keer, ik zie mijn collega's doodgraag, stuk voor stuk, maar ik mis ze niet echt. Maar die paar mensen waarmee je ook over andere dingen -betekenisvolle dingen- kan praten buiten het werk. Die vind ik belangrijk, en die mis ik nooit, want dan bel ik ze, of wil ik ze zien. Dat heb ik nodig. Klankborden. En dan maakt het niet uit of het collega's, vrienden of buren zijn.  Of leg ik nu op elke slak zout? 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: Tour de France

Het is koers. Heerlijk. Niet omdat ik zwijmel van bewondering voor de sportieve prestaties en ploegtactieken. Verre van. Het is gewoon een fantastisch alibi om te zondigen. 

Guido: oud

Ik stapte de tram op, goedgemutst, en ook een beetje overtuigd dat ik er redelijk goed uitzag. Een klein meisje stond op en bood haar plaats aan. Pijnlijk.

Guido: jongeren

Ik ben opgegroeid met een eenvoudig besef: je moet het doen met de kaarten die je hebt.

Guido: netwerken

Netwerken. Ik hoor het je al denken: "Bah, oppervlakkig geneuzel en het cultiveren van het ons-kent-ons-gevoel!"

Guido: grijs

Grijs, vlak, zonder reliëf. Monotoon, in de meest letterlijke betekenis van het woord. De hemel boven Berchem. Al maanden. Als het niet regent of miezert is het mistig.

Guido: vlees

"Onlangs ging ik ‘een stukske snijden’ met een vriend. Uit eten dus. En ja, ’t was vlees. Ik heb veel voornemens, en meer groenten eten hoort daarbij."