Ik las in de krant dat de nood aan psychologische begeleiding en coaching niet meer bij te houden is. In een ander artikel kwam een psycholoog aan het woord die zei dat we te vaak naar de psycholoog hollen en dat dit niet altijd noodzakelijk is. Ik ben geen specialist in de materie en hou me ver van oordelen. Ik blijf altijd onverdeeld optimistisch en ja, zelfs empathisch. Wie een psycholoog of een coach denkt nodig te hebben moet dat vooral doen.
Tegelijk lees ik dat mensen plezier moeten hebben in hun job. Dat de work-lifebalans moet gerespecteerd worden en dat mensen ‘purpose’ moeten vinden. Purpose is een moeilijk, wollig woord voor een doel. Wat draagt je job bij?
Zelf ben ik daar allicht te oud voor geworden. Ik had eigenlijk maar 1 regel die ik scrupuleus volgde: als ik in een bedrijf de sfeer niet voelde en er niet gelukkig was, of me niet gerespecteerd voelde, ging ik er weg. Zo snel mogelijk.
Dat had niet zozeer met de jobinhoud te maken, maar met de omgeving en de mensen.
Maar purpose? Ik zet daar vraagtekens bij. Ik ging vooral aan de slag om mijn gezin te onderhouden, en in mijn vrije tijd te kunnen doen wat ik zinvol vond.
Misschien gaat het daar wel fout. U hoort mij al komen, ik probeer de 2 fenomenen met elkaar te verbinden. Zijn we niet een heel klein beetje aan het doordraaien met het verheerlijken van dat doel waardoor we ongelukkig worden en nood hebben aan psychologische begeleiding?
Moeten we het niet wat minder ver zoeken?
Als ik ’s morgens naar het werk fiets, kom ik mensen tegen die een enorm doel hebben. De mannen en vrouwen van de huisvuilophaling. Zonder hen, een onleefbare stad. Simpel. Het voorbeeld is al oud. Als de bankiers morgen staken, hebben daar betrekkelijk weinig mensen last van. Als de huisvuilophaling niet gebeurt, is het een ander verhaal. Hoeveel meer purpose moet je hebben?
Maar die vuilnisophalers zelf, zijn die echt in de weer met reflecties over purpose? Die doen hun werk, worden ervoor betaald en daarnaast doen ze waar ze zin in hebben.
Wat is er verkeerd aan een job doen voor het geld? An honest job for an honest pay.’ Zou het kunnen dat we ons het hoofd laten gek maken met dat immense, altijd aanwezige streven naar gelukzaligheid? Zeker in een werksituatie?
Àls gelukzaligheid ons doel is, komen we bedrogen uit. Er zijn altijd momenten waarop het minder gaat en waarop de eisen en het stressniveau verhogen. Dan moet je maar 1 ding doen, en dat is aanpoten. Niet lullen maar breien. En daarna de rug rechten.
Ik had vroeger (alleen dat woord al geeft aan dat we teruggaan naar het ancien regime, de sfeer van het lijfeigenschap) een baas die met veel overtuiging zei dat je weinig of geen gemor in je organisatie hebt als je je medewerkers nét teveel werk geeft, dat nét rond hun competentieniveau balanceert. Iedereen is dan te druk bezig met de eigen taken. Het bedrijf van mijn baas floreerde, en iedereen werkte er graag.
‘Werk’ heet niet toevallig ‘werk’. Het zijn geen dromen, het is niet idyllisch en het is al helemaal niet vrijblijvend.
Hoe meer werk je verzet, hoe groter de kans dat je er goed in wordt, het beter gaat doen en minder tijd nodig hebt om het uit te voeren… Niet dat je daar gelukkig van wordt, natuurlijk.
Er komt overigens altijd een moment voorbij, waarbij je kan kiezen, en dan moet je ontsnappen. Uit het moeras, de gouden kooi, de zelf aangebrachte boeien en de beperkingen waarin je zelf begint te geloven. Om schrijver te worden, bijvoorbeeld.
Wie is Guido?
Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.