- Leeftijd: 31
- Beroep: leerondersteuner
- Diploma: orthopedagogie, banaba buitengewoon onderwijs en specifieke lerarenopleiding
- Ervaring: 3 jaar in het buitengewoon onderwijs en 5 jaar als leerondersteuner
Koffie als constante
Ik begeleid leerlingen met verschillende problematieken op 3 scholen. De dag begint meestal met een kop koffie: het echte leerkrachtenleven (lacht). Daarna ga ik van klas naar klas om leerlingen te ondersteunen.
Ik zorg voor aanpassingen in de klas, zodat kinderen met een beperking zo goed mogelijk mee kunnen, kijk samen met hen wat ze nodig hebben en geef de leerkracht handvatten om met de beperking om te gaan.
Van boze doos tot hulpfiches
De ondersteuning die ik geef, hangt af van de problematiek van de leerling. Bij leerlingen met gedragsproblemen werk ik bijvoorbeeld rond emotieregulatie. Als een leerling snel boos wordt in de klas en zich met die emotie geen blijf weet, maken we samen een ‘boze doos’ met hulpmiddelen om de boosheid onder controle te houden.
Bij leerlingen met dyscalculie of dyslexie werk ik vaak met hulpfiches. Die bevatten bijvoorbeeld maal- en deeltafels, tabellen met maateenheden of ezelsbruggetjes om werkwoorden te vervoegen. Zo’n fiche helpt om vlotter te rekenen of lezen. Het neemt de beperking niet weg, maar zo kan een leerling zelfstandiger werken.
Bij leerlingen met bijvoorbeeld ADHD of een autismespectrumstoornis help ik onder andere bij het plannen en organiseren van hun werk.
Een band gaat nooit stuk
De band die ik opbouw met mijn leerlingen is superfijn. Op de duur rekenen ze echt op mijn komst en zijn ze teleurgesteld als ik er eens niet ben. Of ze maken grappige opmerkingen zoals: ‘Juf, waarom heb jij wéér een nieuwe jas aan, 1 jas is toch genoeg?’
Mijn slagzin is: ‘Met geduld en liefde komt veel goed!’ Er is niets mooier dan een leerling zien openbloeien omdat jij erin gelooft. Eén van mijn leerlingen had door een combinatie van ADHD en perfectionisme vaak woedeaanvallen. We maakten samen veel vooruitgang en hij zei regelmatig dat hij blij was met mijn hulp. Toen ik hem vorig jaar moest vertellen dat ik hem niet langer kon begeleiden om administratieve redenen, was hij echt verdrietig.
Dat brak mijn hart, maar het toont wel dat we soms veel voor leerlingen betekenen. Onlangs kwam ik een leerling tegen die ik jaren heb begeleid. Nu studeert hij aan de universiteit! Ik ben trots dat ik hem kon helpen om het beste van zichzelf naar boven te halen.
Administratie en eenzaamheid
Mijn werkweek bestaat uit 20 uur ondersteuning, 8 uur administratie en 8 uur overleg en verplaatsing. Ik ben zelf verantwoordelijk voor hoe mijn week eruitziet, afhankelijk van wat mijn leerlingen nodig hebben. De ene week help ik een leerling met wiskunde, de andere week los ik een conflict in de klas op.
Er komt redelijk wat administratie kijken bij mijn job. Ik plan zelf in wanneer ik welke leerling begeleid. Het is leuk dat ik die vrijheid heb, maar er kruipt wel tijd in. Bovendien stel ik per leerling een handelingsplan op en houd ik een agenda bij over wat we gedaan hebben.
Ik zie mijn collega-ondersteuners maar 1 keer per week, op maandagmiddag tijdens onze teammeeting. Dat is een fijn moment om te overleggen en ervaringen te delen. Liefst zou ik naast die teammeeting ook elke middag samen lunchen, maar dat lukt niet altijd. We werken vaak op verschillende scholen, waardoor we elkaar niet elke dag tegenkomen. Dat voelt soms wat eenzaam.
Hou vol en wees eerlijk
Ik merk dat veel nieuwe ondersteuners stoppen na hun 1ste jaar. Begrijpelijk, want in het begin is het enorm zwaar. De leerkrachten en kinderen kennen je nog niet goed en je wil bewijzen dat je de nodige kennis hebt.
Er wordt veel van je verwacht en je voelt een grote druk op je schouders. Maar je moet gewoon dat 1ste jaar door. Het 2de jaar gaat al veel gemakkelijker. En je leert ieder jaar weer bij. Dus: hou vol! En wees eerlijk. Het is oké om toe te geven dat je niet alles weet.
Liefde voor het vak
Ik ben ondersteuner geworden omdat ik zelf ondersteuning kreeg als leerling. Ik ben slechtziend en zonder mijn ondersteuners (destijds GON-leerkrachten) was ik niet gekomen waar ik nu ben.
Ik doe dit werk echt uit liefde voor het vak. Omdat ik denk: je hebt maar één iemand nodig die in je gelooft om er te komen.”