Columns

Guido: oh ramp!

'Morgen moeten we vroeger opstaan, want de poetsvrouw komt!' Als u denkt dat onze poetsvrouw erg matinaal is of wij erg langslaperig, dan kan ik u geruststellen. De poetsvrouw komt om 9u. Maar voor die tijd moet het huis wel opgeruimd zijn. We willen namelijk niet dat die mevrouw denkt dat wij vieze beesten zijn. En het heeft ook te maken met respect, wist mijn eega mij te vertellen.

In Vlaanderen -en wellicht ook in de rest van de wereld, maar dat kan ik niet bevestigen- heb je grosso modo twee manieren om naar het fenomeen 'poetsvrouw' te kijken. De gelukzaligen roepen op het eind van een feestje, bij de aanblik van de ravage: 'Dat geeft niet, morgen komt de poetsvrouw, die doet dat wel!' Ik had ooit een vriend die zelfs een chauffeur had. Die man was de stille getuige van grenzeloze braspartijen en feesten, en observeerde dat allemaal vanuit zijn wagen. Soms tot vier uur 's nachts. 'Hij wordt er toch voor betaald!' Ik kan dat niet, en ik zal het nooit kunnen. Ik behoor helaas tot de andere categorie. Ik wil dat die mevrouw haar werk kan doen, maar niet dat ze mijn zwijnerij moet opruimen.

Het heeft -denk ik- iets te maken met schuldgevoel. Onafgezien van het aantal dienstencheques dat je er aan spendeert, is het een vreemd gevoel om personeel te hebben, om mensen in huis te halen, om dingen te doen die je eigenlijk best zelf zou kunnen.

Mijn oma stond jarenlang op om half zes, boende en schrobde het huis (inclusief het 'plankier' voor het huis) en vertrok nadien op de fiets door heel Pittem om dat kunstje bij haar dochters nog eens opnieuw te doen. Energie voor tien, ondanks geblutste schouders, rug en heupen. Rust, reinheid, regelmaat.

Als onze poetsvrouw aan de slag gaat, voel ik nog steeds plaatsvervangende schaamte. Ik zit daar maar wat, op een Apple te tokkelen, en ik laat die mevrouw de keuken, badkamer en toiletten reinigen. Liefst van al ben ik gewoon niet thuis. De dag dat ze komt, lopen wij met ons tweeën, verwoed inspecterend door het hele huis. Geen remsporen van gehaaste pubers, geen rondslingerende kousen en ondergoed, alle lege flessen weg, afwas gedaan, badhanddoeken niet meer op hun natuurlijke plek (de vloer) maar netjes te drogen gehangen. En de hond wordt uitgelaten zodat die niet opgewonden tegen haar aan gaat springen.

Kortom: wij zijn klaar voor de ontvangst en begroeten haar met alle egards, inclusief een kopje koffie.

Het zal nooit veranderen, en misschien maar goed ook. Want uiteindelijk gaat het over respect voor mensen en de job die ze uitvoeren. 

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: Tour de France

Het is koers. Heerlijk. Niet omdat ik zwijmel van bewondering voor de sportieve prestaties en ploegtactieken. Verre van. Het is gewoon een fantastisch alibi om te zondigen. 

Guido: oud

Ik stapte de tram op, goedgemutst, en ook een beetje overtuigd dat ik er redelijk goed uitzag. Een klein meisje stond op en bood haar plaats aan. Pijnlijk.

Guido: jongeren

Ik ben opgegroeid met een eenvoudig besef: je moet het doen met de kaarten die je hebt.

Guido: netwerken

Netwerken. Ik hoor het je al denken: "Bah, oppervlakkig geneuzel en het cultiveren van het ons-kent-ons-gevoel!"

Guido: grijs

Grijs, vlak, zonder reliëf. Monotoon, in de meest letterlijke betekenis van het woord. De hemel boven Berchem. Al maanden. Als het niet regent of miezert is het mistig.

Guido: collega's

Als mensen zeggen dat ze hun collega's missen, frons ik mijn wenkbrauwen. Waarom heb je collega's nodig?