Columns

Ommezwaai

Ik kwam hem tegen op een feestje voor reclamemensen. Vroeger waren dat soort gelegenheden altijd opnieuw vreugdevuren van oplaaiende vriendschap, waar dure eden gezworen werden om het hernieuwde contact deze keer echt te verstevigen. Onder het genot van fijne wijnen zijn dat makkelijk uitgesproken beloftes en viert het optimisme hoogtij. Tegenwoordig is dat anders. Rustiger en realistischer in de kop.

‘Hoe gaat het?’ ‘Uitstekend, echt waar.’ En hij begon te vertellen, dat hij de reclame vaarwel had gezegd en zich ongelofelijk goed amuseerde nu. Voornamelijk met schrijven en opnieuw studeren. Ik vermoedde dat het om een marketing-opleiding zou gaan, maar niets was minder waar. Het was een ernstig vak. Verder dan dat kon je niet van de reclame staan. Hij was uitgekeken op de ‘snelle wereld’.

Toeval wil: twee dagen later, een andere stad, ook een toevallige ontmoeting, ook met een sectorgenoot. Hij runt een bed and breakfast, samen met vrouw en kinderen. Ja, die betrok hij bij het verhaal, als om er nog meer zingeving rond te vormen. De enige contacten die hij nog had met de reclame waren de klanten en collega’s van vroeger, die nu door hem ontbijt geserveerd kregen. En hij miste het niet. Het stemt tot nadenken, talent dat zelf kiest voor een bepaalde richting en het op een bepaald moment voor bekeken houdt. Het zijn geen alleenstaande gevallen.

Hoe is het toch mogelijk dat velen van ons, op een bepaald moment echt genoeg hebben van wat toch een erg mooi vak is? Wat me daarbij vooral opvalt is dat het steeds vroeger gebeurt. Alsof we mensen opbranden. Alsof het ritme, het tempo en het gebrek aan arbeidsvreugde eigenlijk te hoog ligt. Hetzelfde zie je overigens in de politiek. Politicus is ook allang geen job meer om de rest van je leven te doen. De eisen en de druk te hoog? Of schuilt er iets anders achter?

Ik kan natuurlijk niet over de politiek oordelen, daar ben ik nooit actief in geweest. Maar de reclamesector is een plek van erg ruwe zeden, waar je maar zo goed bent als de creatie van gisteren of het budget dat je laatst binnenbracht. Misschien veralgemeen ik, maar het uitwijken naar een andere sector lijkt me een manier om die druk en die jachtigheid op een andere manier vorm en zin te geven. Druk die we overigens zelf gecreëerd hebben, wegens sneller, jachtiger, enz.

Zo zie je maar weer dat mensen, gelukkig altijd opnieuw, creatief genoeg zijn om zichzelf te beschermen tegen oprukkende stress en ondermijnende werkomstandigheden, die hun geluk in de weg staan. Daar word ik dan wel weer blij van!

Guido Everaert

Wie is Guido?

Guido Everaert is schrijver, spreker en columnist. Daarnaast werkt hij als lector ‘web content' en ‘storytelling' aan de Karel de Grote-Hogeschool. Zijn interesse? De schone en minder schone kantjes van de mens.

Ook interessant

Guido: Tour de France

Het is koers. Heerlijk. Niet omdat ik zwijmel van bewondering voor de sportieve prestaties en ploegtactieken. Verre van. Het is gewoon een fantastisch alibi om te zondigen. 

Guido: oud

Ik stapte de tram op, goedgemutst, en ook een beetje overtuigd dat ik er redelijk goed uitzag. Een klein meisje stond op en bood haar plaats aan. Pijnlijk.

Guido: jongeren

Ik ben opgegroeid met een eenvoudig besef: je moet het doen met de kaarten die je hebt.

Guido: netwerken

Netwerken. Ik hoor het je al denken: "Bah, oppervlakkig geneuzel en het cultiveren van het ons-kent-ons-gevoel!"

Guido: grijs

Grijs, vlak, zonder reliëf. Monotoon, in de meest letterlijke betekenis van het woord. De hemel boven Berchem. Al maanden. Als het niet regent of miezert is het mistig.

Guido: collega's

Als mensen zeggen dat ze hun collega's missen, frons ik mijn wenkbrauwen. Waarom heb je collega's nodig?